- afzonderlijk
- {{afzonderlijk}}{{/term}}I 〈bijvoeglijk naamwoord〉1 [op zichzelf staande, beschouwd] individuel 〈v.: individuelle〉2 [bestemd voor een bijzonder doel] particulier 〈v.: particulière〉3 [niet gezamenlijk gedaan, geuit] particulier⇒ individuel4 [eigenaardig] spécial♦voorbeelden:1 de keuze wordt aan de ouders van ieder afzonderlijk kind overgelaten • on laisse le choix aux parents de chacun des enfants2 afzonderlijke scholen voor protestanten en katholieken • écoles distinctes pour les protestants et les catholiques3 een afzonderlijk gesprek • une entrevue particulièreII 〈bijwoord〉1 [alleen] séparément⇒ à part♦voorbeelden:1 (met) iemand afzonderlijk spreken • avoir une entrevue particulière avec qn.een geschrift afzonderlijk uitgeven • publier une oeuvre séparément
Deens-Russisch woordenboek. 2015.